Konijnenparen en gezelschap
Konijnen zijn leuke huisdieren, maar aan alleen menselijk gezelschap hebben ze niet genoeg. Konijnenparen zijn meestal het gelukkigst. Idealiter worden konijntjes samen grootgebracht of vroeg in hun leven aan elkaar gekoppeld. Dat gaat niet altijd, dus volgen hieronder enkele tips om gelukkige paartjes te maken.
Welke konijnen gaan het beste samen?
- Jonge konijntjes
- Konijnen van vergelijkbare grootte
- Vrouwtje – mannetje
- Gecastreerde konijnen
Elke introductie van een nieuw konijn moet zorgvuldig gebeuren, vooral als ze volwassen zijn. U kunt het beste konijntjes van vergelijkbare grootte kiezen met complementaire persoonlijkheden – ze hoeven niet hetzelfde te zijn, alleen het moet passen. Twee wat brutalere konijnen kunnen misschien niet met elkaar opschieten, maar een wat brutaler konijn kan vaak goed samenleven met een wat rustiger konijn.
Gecastreerde konijnenparen
Gecastreerde konijnen kunnen het meestal beter met elkaar vinden en u hoeft zich geen zorgen te maken dat ze fokken – een vrouwtjeskonijn kan al zwanger worden als ze drie maanden oud is. Vrouwtjeskonijnen krijgen vaak gezondheidsproblemen als ze niet worden gecastreerd (gesteriliseerd), dus dit helpt ook om ze op de lange termijn gezond te houden.
Vrouwtjeskonijnen zijn vaak meer territoriaal, dus zet geen mannetje in haar ruimte, maar zet het vrouwtje in plaats daarvan in het territorium van het mannetje, omdat hij het minder zal bewaken.
De allerbeste konijnenparen zijn een gesteriliseerd vrouwtje en een gecastreerd mannetje, omdat beide iets minder territoriaal zullen worden en het daarom waarschijnlijk goed zal gaan. Twee gecastreerde mannetjeskonijnen kunnen soms bij elkaar worden gehouden, maar als ze al volwassenen zijn, kan het koppelen beter alleen door ervaren verzorgers worden gedaan.
Waar en hoe konijnen koppelen
Het koppelen van konijnen moet zorgvuldig gebeuren en u heeft 2 naast elkaar geplaatste kooien of een hok met aparte ruimtes nodig. Om de dieren aan elkaar te laten wennen, kunt u de bodembedekking, het speelgoed en zelfs de voerbakken tussen de afzonderlijke kooien/hokken wisselen. Het kan ook handig zijn om de voerbakken geleidelijk te verplaatsen naarmate de konijnen aan elkaar gewend raken, totdat ze naast elkaar eten, gescheiden door een tussenschot/tralies.
Als twee konijnen het goed met elkaar kunnen vinden, hebben ze nog steeds een plek nodig om alleen te kunnen zijn. Dat komt deels omdat verstoppen deel uitmaakt van hun natuurlijke gedrag, maar ook omdat de meeste konijnen de mogelijkheid willen hebben om zich terug te trekken en zich op een gegeven moment te verstoppen.
Schuilplaatsen die aan beide uiteinden open zijn, zijn het beste, omdat dit de kans verkleint dat een konijn de toegang tot de ruimte blokkeert, of erger nog, het andere konijn er niet meer uitlaat. Er moet ook voldoende ruimte zijn om gezellig samen tegen elkaar aan te kunnen liggen, als ze eenmaal aan elkaar gewend zijn geraakt.